News

De matrix van kennis

Development Policy19 Nov 2011Jeroen de Lange

Een kennisbeleid moet in de eerste plaats gaan om kennis die ertoe bijdraagt dat problemen effectiever worden aangepakt. Dat veronderstelt een professionele organisatie. 

Het moet in de eerste plaats gaan om kennis die ertoe bijdraagt dat problemen effectiever worden aangepakt. Dat veronderstelt een professionele organisatie van hulp inspanningen, zowel bij de overheid als in het maatschappelijk middenveld als bij bedrijven die zich bezig houden met bijvoorbeeld investeringen in een ontwikkelingsland.

Interveniëren in een land om daar op een bepaald gebied positieve ontwikkelingen tot stand te brengen vereist zowel professionele thematische kennis als contextspecifieke kennis. De WRR pleit in het rapport ´Minder pretentie, meer ambitie´ voor een diagnostische aanpak: dat wil zeggen dat bijvoorbeeld een binding constraints analyse wordt gebruikt om in een land in een bepaalde sector er achter te komen welk probleem met voorrang getackeld moet worden om ontwikkeling te ondersteunen. Dat vereist naast thematische kennis gedegen landenkennis. Kennis om een probleemgestuurde politieke economie analyse uit te voeren. Een professionele organisatie die zich bezig houdt met het uitvoeren van programma´s in ontwikkelingslanden heeft dus per definitie een matrix structuur: de combinatie van professionele thematische kennis én gedegen kennis van de context waarin programma´s tot ontwikkeling moeten leiden.

Buitenlandse Zaken is geen professionele organisatie omdat noch thema kennis wordt opgebouwd en vastgehouden, noch landen kennis. Daarom raken de redenen die in de kennisbrief van de regering worden aangegeven waarom een NL Aid niet nodig zou zijn kant noch wal. Kennisbeleid dat geen onderdeel is van een professionele organisatie heeft weinig zin. Alleen professionals weten wat ze niet weten, en weten dus welke onderzoeksvragen geformuleerd moeten worden. Alleen professionals bezitten impliciete kennis, opgedaan gedurende vele jaren werken in de praktijk, die geëxpliciteerd kan worden. Alleen professionals weten welke boeken en vakliteratuur ze moeten bijhouden om hun werk goed te kunnen doen. Dit geldt natuurlijk evenzeer voor de mede financieringsorganisaties. Ook daar ontbreekt op te veel plaatsen professionaliteit.

Per kennisplatform zou er minstens een (liever meer, zodat er een zekere mate van concurrentie kan ontstaan) instituut aangewezen moeten worden dat verantwoordelijk is voor ontwikkeling, borging, en verspreiding van de kennis op dat terrein. Nederland zou een voorbeeld moeten nemen aan het Verenigd Koninkrijk. De ODA uitgaven in dat land zijn in absolute zin groter dan in Nederland, maar de intellectuele slagkracht en agenda setting zijn disproportioneel groter. Dat heeft alles te maken met de organisatie van kennis: forse OS R&D budgetten die in het VK besteed worden (dus niet naar buitenlandse instituten gaan) in combinatie met een zekere mate van concurrentie tussen instituten.

Per kennisplatform zou een kennis strategie ten minste de volgende drie sporen moeten bevatten: ontwikkeling van kennis (thematische en context specifieke) , delen van kennis en toepassen van kennis. Het ontwikkelen van kennis moet dicht op de praktijk gebeuren op drie manieren: het expliciet maken van impliciete kennis die in de praktijk wordt opgedaan, het bijhouden van kennisproductie elders (Wereldbank, ODI, etc) en die toepasbaar maken, en het doen van onderzoek gericht op het oplossen van met name concrete vraagstukken. De aangewezen instituten werken nauw samen met mensen in de praktijk, ze zijn hun vraagbaak en ze koppelen kennis terug naar de professionals die met de voeten in de klei staan.