News

Ruud Lubbers: Het is inderdaad tijd, zoals de WRR doet, het bed op te schudden

Development Policy25 Jan 2010Ruud Lubbers

Mijn eerste suggestie is niet te spreken van ontwikkelingshulp, maar van ontwikkelings-samenwerking.

Mijn tweede suggestie is naast de multilaterale inspanning – een bijdrage dus aan multilaterale instellingen, met name de VN en haar instituties – de bijdrage te richten op een beperkt aantal intensieve bilaterale relaties; deze echter niet alleen van regering tot regering, maar ook van samenleving tot samenleving, inclusief het bedrijfsleven. Het ligt inderdaad in de rede die te beperken tot een aantal landen op het Afrikaanse continent; meer precies Sub-Sahara Afrika.
Het kan inderdaad zinvol zijn in lijn daarmee te komen tot een aantal NL Aid’s in de betrokken landen.

Dat gezegd hebbend; het moet vooral tot een omslag komen naar moderne ontwikkelingssamenwerking. Dat betreft vooral de nieuwe mondiale ontwikkelingsthema’s, vooreerst de MDG’s, de mondiale duurzaamheid én een houdbaar bank- en kredietwezen, inclusief zoveel mogelijk microkrediet en coöperatief.
Het is voorzienbaar dat de wereld begonnen is aan de traditie van eerst vooral op MDG’s gerichte ontwikkelingssamenwerking – zeg tot 2015 – maar dan geleidelijk overgaand naar de Co2-arme economie.

Qua vormgeving van de bilaterale ontwikkelingssamenwerking (NL.AID’s) is het belangrijk te komen tot zoveel mogelijk “2.0” benadering; dit met het oog op het zo diep mogelijk reiken in en motiveren van de twee samenlevingen; de Nederlandse samenleving dus en de samenleving van het bilaterale partnerland ginds.
Maar in het algemeen moet Nederlandse ontwikkelingssamenwerking doordrenkt zijn van wat wij in het bijzonder kunnen aanbieden. Dat betreft zowel onze burgers als onze bedrijven, onze wetenschap, onze NGO’s, enz. enz. Op welke terreinen zijn wij het meest geëquipeerd samen te werken, iets aan te bieden op weg naar de toekomst? Waar zijn wij goed in, wat hebben wij te bieden ?
Uiteraard is het doel van ontwikkelingssamenwerking de ontwikkeling ginds te bevorderen, maar dat kan het beste gebeuren door aan te bieden waar Nederland, Nederlandse bedrijven, burgers, NGO’s en researchinstellingen het beste in zijn.
Doordat gepartnerd wordt met “ginds” is ontwikkelingssamenwerking ook verrijkend voor Nederland; uitdagend, informatief, appellerend, zowel in ethische als in praktische termen. Het thema van diversiteit als creativiteitbevorderend wordt zo ook versterkt door ontwikkelingssamenwerking.
Nederland doet er goed aan op excellentie te mikken. Dat moet ook het devies zijn in ontwikkelingssamenwerking.
Daarom springen dimensies als watermanagement (adaptation) en “Wageningen” (ook bio-massa, het thema van de Braziliaanse president Lula) er uit. Maar wij excelleren ook bij bijvoorbeeld CCS (Carbon Capture and Storage). En in de complementaire governance; overheid, bedrijfsleven en civil society samen.

Nederland levert daarnaast als onderdeel van ontwikkelingssamenwerking haar bijdrage aan mondiale multilaterale inspanningen – ook daar met een accent op waar wij kennelijk verstand van hebben. Maar wij complementeren dat en maken het geloofwaardig door een aantal excellente samenwerkingen via NL Aid’s.

Nederland is geloofwaardig en overtuigend in ontwikkelingssamenwerking door genereus te zijn, en duurzaamheid en ontplooiing van iedere mens voorop te stellen.
Nederland kiest als basis voor ontwikkelingssamenwerking het Handvest van de Aarde als ethisch framework voor alle inspanningen uitmondend in “de vreugdevolle viering van het leven” zelf.
Nederland herijkt de ontwikkelingssamenwerkingsinspanning door de Nationale Commissie voor Ontwikkelingssamenwerking en Duurzame Ontwikkeling (NCDO) weer centraal te stellen. Daarbij is de politiek, het landsbestuur, niet leidend, maar dienend en partner.