News

Samenwerking met het maatschappelijk middenveld in het Zuiden is hard nodig

Knowledge brokering18 Nov 2010

Zoals ik al zei in mijn eerdere reactie op het WRR rapport, internationale samenwerking staat onder druk in een samenleving, die zich meer en meer afkeert van het buitenland en zelfs nu in het regeerakkoord expliciet het eigen belang voorop stelt. Ik ben het eens met Pax Cristi dat een witboek over de Nederlandse belangen in een geglobaliseerde wereld wel eens heel nuttig zou kunnen zijn. Nederland heeft immers haar buitenland beleid altijd gebaseerd op internationaal recht en mensenrechten en zelfs het WRR rapport noemt mensenrechten of (Justice for Development) een van de expertise gebieden van Nederland.1 De vraag is echter of een buitenland beleid gebaseerd of internationaal recht nog wel geloofwaardig is als bijvoorbeeld de kinderrechten situatie in Nederland op basis van regeer en gedoogakkoorden aanzienlijk zal verslechteren. In een recente brief aan de Tweede Kamer maken vele kinderrechten organisaties in Nederland zich zorgen dat het gevaar bestaat dat uitvoering van voorgesteld beleid in strijd zal zijn met de beginselen van het Kinderrechtenverdrag.

Defence for Children noemt de plannen op het gebied van jeugdzorg en strafrecht verontrustend en stelt dat de kinderen die te maken hebben met migratie en vreemdelingen recht volledig in de kou komen te staan. Ook het uitzetten van alleenstaande kinderen naar weeshuizen in het land van herkomst duidt niet echt op kennis van zaken aangezien residentiële zorg de minst aangewezen vorm van vervangende zorg voor een alleenstaand kind is.3

Maar om terug te komen op het buitenland beleid, als het voornaamste doel van ontwikkelingssamenwerking zelfredzaamheid is dan vraagt dat om een sterke civil society en mondige burgers, de WRR pleit dan ook voor meer kennis over civil society en ziet hierin zelfs een nieuw speerpunt voor het Nederlandse beleid. De stap naar civic driven change (CDC) is dan snel gemaakt. CDC is een verzameling van ideeën, denken en debat over burgergeleide veranderingsprocessen in de maatschappij. Het past in het zoeken naar manieren waarop internationale samenwerking in een nieuwe vorm een bijdrage kan leveren aan antwoorden op mondiale vraagstukken.

In mijn ervaring spelen NGO’s een belangrijke katalyserende en ondersteunende rol in lokale sociale veranderingsprocessen. Ze kunnen burgers helpen in het opeisen van hun rechten, het ter verantwoording roepen van overheden, en met behulp van sociale media zoals Frontline SMS en Ushaidi zelfs kinderen helpen zichzelf te beschermen tegen geweld.

Het WRR rapport is kritisch over het medefinancieringsstelsel, waarin zuidelijke NGO’s geld ontvangen via westerse NGO’s. Maar hoe westers is een NGO wanneer meer dan 90% van de staf lokale werknemers zijn met uitstekende operationele capaciteiten en lokale netwerken.

In mijn ervaring verbinden deze lokale netwerken het maatschappelijk middenveld en overheid in ontwikkelingslanden. De mogelijkheden van het maatschappelijk middenveld zijn nog onvoldoende benut in Nederland en daarbuiten. Deze lokale netwerken zullen in de toekomst nog belangrijker worden en kunnen door middel van sociale media worden gesteund. Internet en mobiele telefonie kunnen dan worden gebruikt voor onder meer toegang tot kennis, en vormen een platform voor uitwisseling en samenwerking.

We moeten dan ook oppassen voor een verdere polarisatie van het Noord-Zuid denken en meer investeren in een uitwisseling die niet alleen Noord-Zuid is, maar ook Zuid-Noord en Zuid-Zuid. Sociale veranderingsprocessen zijn immers een multi-sectorale verantwoordelijkheid en dus ook een gemeenschappelijk belang voor meerdere en gevarieerde allianties en partnerschappen, variërend van individuen, CBO’s en NGO’s tot overheidsinstanties en het bedrijfsleven.Nog even een reactie op het laatste commentaar. Het klopt wat Paul Hassing zegt dat de grote NGO’s veel van hun onafhankelijkheid hebben verloren doordat het onderaannemers zijn geworden van een overheid die elke vier jaar het beleid aanpast. Ik heb dat zelf zien gebeuren met het Amerikaanse overheidsbeleid en was daarom ook tegen het volgen van een USAID voorbeeld.Waar het mij om gaat is dat de prioriteiten bepaald worden door de civil society in het Zuiden die ook bruggen kan bouwen tussen burgers, overheid en bedrijfsleven. Als de Nederlandse overheid de middelen rechtstreeks aan de overheid van een land ter beschikking zou stellen betekend dit niet dat de bestaande machtsverhoudingen zullen veranderen. Internationale samenwerking zou zich dan ook in het bijzonder moeten richten op de zelfredzaamheid van achtergestelde groepen en het bevorderen van emancipatie.

Tanja van de Linde is senior advisor child rights at Plan Nederland.

1. ‘A country like the Netherlands could develop a Water for Development, Agriculture for Development, Justice for Development or Fighting hiv/aids for Development program along these lines, combining the broad spectrum of public and private knowledge available’, WRR report p. 269

2. Save the Children, Plan, Action Aid en Child Fund