De diagnose is gedegen en gebalanceerd, de issues en mythes liggen duidelijk op tafel. Het rapport is daardoor een buitengewoon goed uitgangspunt voor nieuw beleid, nieuwe samenwerking, betere effecten en impacts. Maar het is opnieuw geschreven vanuit de rol van de overheid, waarvan de schrijvers zelf ook erkennen dat die vooral katalyserend en flankerend moet zijn.
De beperkte consultaties met het bedrijfsleven hebben hun weerslag in het rapport gevonden: multi-stakeholder en value chain benaderingen krijgen ondanks onze traditie en IDH nauwelijks aandacht. Het begrip “coherentie” beperkt zich tot de publieke sector: NethAid is weer op hulp gericht zonder dat collectie publieke & private kennis en initiatieven gericht op ondernemerschap tot hun recht komen.
Met betrekking tot het bedrijfsleven beperkt het rapport zich tot aan te sluiten bij bestaande, niet al te ambiteuze initiatieven. Het rapport memoreert weliswaar dat de private sector in de visie van de Wereldbank, terecht, een motor voor groei is, maar doet daar verder niets mee. De noodzaak en enorme potentie van de “groene economie” wordt niet vermeld. Net zomin als internationale normen & waarden voor het internationale bedrijfsleven (ref OECD Guidelines). De noodzaak tot transparantie wordt in te beperkte zin gememoreerd. Naast GRI (voor bedrijfs rapportage mbt niet-financiele aspecten) zou ook product-certificatie mbt ontwikkelingsrelevante produkten (bv koffie, thee, cacoa, palmolie, suiker, rijst) meer aandacht hebben kunnen krijgen. De traditie en positieve effecten van multi-stakeholder benaderingen blijven onvermeld. Kortom, het rapport verdient een vervolg, in de beste Nederlandse traditie: publiek, multi-stakeholder, innoverend.