News

Remko Berkhout: Ontwikkeling, meer of anders?

Knowledge brokering05 Feb 2010Berkhout Remko

Het WRR rapport ‘minder pretentie, meer ambitie’ blaast menig heilige huisje in het OS landschap omver: de 0,7% norm gaat op de helling. De tijd van gulle subsidies aan de grote Nederlandse hulporganisaties lijkt voorbij. Het aantal partnerlanden moet nog verder worden gereduceerd. Meer geld voor groei en werkgelegenheid in het zuiden en minder voor armoedebestrijding. Zelfs de heilige millenniumdoelen blijven geen kritiek bespaard. De contouren van nieuw beleid bouwen echter voort op het verrotte fundament van modernisering. Juist in een globaliserende wereld gaat ontwikkeling niet over meer maar over anders.

Als we zo doorgaan, zo stelt het rapport, stijgt de wereldbevolking de komende 40 jaar tot 9 miljard en als de mondiale economie een beetje doorgroeit verdienen die mensen ook nog ieder 9 keer zoveel als hun overgrootouders die honderd jaar eerder leefden. Niet allemaal overigens: het rapport voorspelt dat ook de kloof tussen arm en rijk zal blijven stijgen.

Waarom Van Lieshout en consorten dan toch koppig het moderniseringsparadigma voor ontwikkelingssamenwerking in een globaliserende wereld blijven hanteren intrigeert. Het is een oud verhaal. Rijke landen zijn modern en ontwikkeld. Arme landen zijn onderontwikkeld, lopen achter en moeten een inhaalslag maken, het liefst naar westerse snit. En daarbij staat economische groei, en vervolgens herverdeling centraal. Maar hoeveel economische groei, sociale en ecologische druk kan de wereld als geheel nog hebben? Het rapport gaat aan deze belangrijke vraag voorbij.

De invalshoek van modernisering laat de politieke dimensie van ontwikkeling onderbelicht: Weinig woorden over rechten of over de belangen van gemarginaliseerde groepen, religieuze spanningen en sociaaleconomische gelijkheid. De positie van vrouwen en seksuele minderheden komt niet aan de orde. Over de culturele dimensies van ontwikkeling wordt al helemaal niet gesproken, alsof die slechts een afgeleide luxe is van het belang van welvaart en herverdeling.

Het zijn juist echter juist die dimensies die van belang zijn in een globaliserende wereld. Stel je voor: 9 miljard mensen, levend in grote ongelijkheid; hoe gaan die de uitgeputte aarde met elkaar beheren? De conclusie dat we een en ander goed moeten regelen om ‘de spanning niet te veel op te laten lopen’ lijkt mij een understatement in een verder degelijk verhaal.

Ontwikkeling gaat niet alleen over ‘meer’, maar vooral over ‘anders’: Hoe kunnen we komen tot een open inclusieve wereldorde waarin alle vrouwen en mannen meetellen? Hoe bevorderen we culturele diversiteit, gelijke rechten en vrijheid van meningsuiting? Hoe creëren we tijd en ruimte voor echte dialoog en wederzijds begrip? Hoe brengt de mensheid zijn ‘global footprint’ weer in balans met wat de planeet verdragen kan?

Het is ook in het kader van die vragen, dat er verder nagedacht zou moeten worden over de vraag hoe bewegingen en initiatieven van burgers wereldwijd ondersteund kunnen worden? Dit is een ander punt dat in de studie weinig aandacht krijgt. Aan de ene kant moet de rol van hulpgeld bij het bevorderen sociaal activisme niet moeten overschat. De geschiedenis leert immers dat grote sociale bewegingen – van de Franse revolutie tot antiapartheid, best hun eigen boontjes konden doppen. Aan de andere kant weten we uit ervaring ook dat goed getimede gedoseerde hulp en ‘friends in far away places’ in sommige gevallen een broodnodig steuntje in de rug kunnen zijn voor actieve burgers die voor hun rechten opkomen, kijk maar naar de recente protesten in Iran. Dus: meer geloof in de ambitie en kracht van burgers, minder pretenties voor de hulp voor ‘meer’ en een hart onder de riem voor steun aan ‘anders’.