News

Een hoger ambitieniveau gevraagd

Development Policy20 Nov 2011Kathleen Ferrier

Van de aanzienlijke brievenstroom die momenteel vanuit het Ministerie van Buitenlandse Zaken vloeit, is de brief over het kennisbeleid voor het CDA van groot belang. Het beleid van het huidige kabinet is gestoeld op de gedachte dat Nederland zich moet focussen op die gebieden waar wij toegevoegde waarde kunnen leveren en internationaal onderscheidend zijn.

In mijn optiek moet Nederland zich als specialist in water, voedselzekerheid, SRGR en veiligheid en rechtsorde actief inzetten om de kennis op deze terreinen binnen Nederland te handhaven en verder uit te bouwen. Maar nog belangijker, we moeten zorgen dat dit ten goede komt aan de kennisopbouw in onze partnerlanden. Strategische inzet van kennis vergroot het effect van ons beleid.

De economische tegenwind heeft vanzelfsprekend invloed op de uitgaven aan Ontwikkelingssamenwerking en dus ook op kennis. Dit betekent dat op vele terreinen de broekriem aangehaald moet worden. Pijnlijk, maar ook onvermijdelijk. Toch pleit ik er voor om heel zuinig te zijn op onze kennisinstellingen. De aanwezige kennis mogen we niet verloren laten gaan, want het duurt een lange tijd voordat we dit weer hebben opgebouwd. Het WRR rapport en ook een recente CDA-notitie stellen duidelijk dat we onze kennisinfrastructuur op het gebied van OS op peil moeten houden. Het WRR rapport spreekt van lerend systeem, wat impliceert dat er geïnvesteerd moet worden in kennis.

Het WRR-rapport waarschuwt dat de kennisstructuur in Nederland op dit moment al te mager is op het terrein van ontwikkelingssamenwerking en we daarom internationaal dreigen achter te lopen. Deze waarschuwing moeten we zeker niet in de wind slaan. Juist daarom kijk ik kritisch naar de brief van het kabinet waarin wordt gezorgd voor samenhang en investering in kennis. In Nederland, op het Ministerie van Buitenlandse Zaken en het belangrijkste: de vergroting van de kennis capaciteiten onze partnerlanden.

Het instellen van 5 kennisplatforms, waarvan één voor elk van de prioritaire beleidsthema’s, en één overkoepelend platform, het versterken van betrokkenheid van kennisintensieve multilaterale organisaties en een andere relatie met Nederlandse kennisinstellingen zijn goede stappen vooruit, maar ik had graag gezien dat het ambitieniveau hoger was geweest.

Met het voorgestelde kennisbeleid zijn we er dus nog niet. De WRR adviseert om 6% procent te besteden aan kennisontwikkeling, dat zou ruim 250 miljoen euro betekenen. De 60 miljoen euro die voor 2012 beschikbaar wordt gemaakt voor kennis is daarom erg bescheiden, ook internationaal gezien. Daarnaast vind ik het belangrijk dat er ruimte blijft voor kennisopbouw op andere onderwerpen dan de vier prioritaire beleidsthema’s. Dit geldt met name voor de OS-prioriteiten die aansluiten bij de topsectoren. Het is daarom goed dat er ook een vijfde platform in het leven wordt geroepen dat zich kan richten op innovatieve, thema overstijgende, interventie strategieën.

Onafhankelijke kennisopbouw buiten de topsectoren en prioritaire thema’s is van belang, omdat de koers van het beleid van opeenvolgende regeringen kan wijzigen en we moeten zorgen dat continuïteit blijft bestaan. Tenslotte hecht ik grote waarde aan de kennis die aanwezig is bij het maatschappelijk middenveld (NGO’s). Ik hoop, en zal mij daarvoor inzetten, dat deze organisaties uit zowel Nederland als partnerlanden ook actief worden betrokken bij de onderzoeken die worden opgezet binnen de kennisplatforms.

Juist door het stimuleren van deze dwarsverbanden benutten we de aanwezige kennis optimaal en zetten we stappen naar een modernisering van het kennisbeleid. Kortom, ik sta voor een ambitieuze nieuwe aanpak van de wijze waarop kennis en onderzoek zullen worden ingezet in ontwikkelingssamenwerking. De kennisbrief zet daartoe de eerste goede stappen, maar het ambitieniveau mag hoger en de huidige voorstellen uit de kennisbrief moeten nu omgezet worden in daden.

In mijn rol als parlementariër zal ik de voortgang van de verwezenlijking van deze aanpak nauwkeurig volgen. Het nieuwe kennisbeleid zal voor het CDA een belangrijk thema zijn in de bespreking van het Ontwikkelingssamenwerkingsdeel van de begroting van het Ministerie van Buitenlandse Zaken op maandag 21 november aanstaande.