News

Jan Donner: Pretentie, ambitie, actie …

Knowledge brokering28 Jan 2010Jan Donner
Het rapport van de WRR over ontwikkelingssamenwerking is er dan eindelijk. In kranten en op het web wemelt het inmiddels van recensies van het rapport en commentaar daarop. Op veel debat zit zo langzamerhand niemand meer te wachten. Kabinet en departement, de eigen sector, de kennissector, het bedrijfsleven, maar vooral de praktijk en de partnerlanden wachten al een tijd op een visie. Een echte “sense of urgency” ontbreekt nog, maar duidelijk is wel dat de architectuur van de ontwikkelingssamenwerking van en met Nederland – een geschikte architect is nog nooit gevonden – dringend aan verandering toe is. Beleid en organisatie Het rapport is voornamelijk een beschrijving en analyse van de praktijk van de internationale ontwikkelingssamenwerking. Beschrijving en analyse zijn goed: er valt nog best wat aan te vullen en te nuanceren, maar als tijdbeeld is het een goed en bruikbaar rapport. Dan wordt het rapport echter een teleurstellend document, omdat het ons en vooral de regering op enkele algemene en summier onderbouwde opvattingen na weinig concrete suggesties doet. De lange voorbereiding van de WRR wettigde de hoger gespannen verwachtingen. Het is natuurlijk niet eenvoudig om op een zo complex terrein van beleid – dat aspect komt goed uit de verf – aanbevelingen te doen over nieuw en aangepast beleid en vervolgens – “structure follows strategy” – de organisatorische kant, maar we komen er wel erg bekaaid af. De conclusie, dat Nederland als de in grootte zesde donor van de wereld relatief weinig invloed heeft, wordt door velen gedeeld. Het voorstel om het aantal ontvangende landen te reduceren tot 10 is voor een handelsnatie misschien toch ook niet de meest voor de hand liggende oplossing. Dat “de” 0,7% ter discussie mag komen en dat er grote bestedingsdruk bestaat is juist, maar wellicht zou dat aanleiding kunnen zijn om eens na te denken over de noodzaak om begrotingsmiddelen steeds in het begrotingsjaar zelf te besteden. De aanbeveling om meer te professionaliseren kan natuurlijk nooit kwaad, maar de echte uitdaging is de burger en het particulier initiatief in die beweging mee te nemen op een wijze, die commitment kan vergroten en scepsis reduceren. De conclusie – “Ontwikkelingshulp is nu vergelijkbaar met een schot confetti: goed bedoeld maar zelden in de roos” – deel ik, maar zullen de gedane aanbevelingen het aantal voltreffers verhogen? De weinig onderbouwde concrete suggesties van de WRR kunnen best op wat steun rekenen, maar een goede onderbouwing zou geholpen hebben. Binnen die spaarzame kaders kan minister Koenders met recht constateren, dat hij nu al doet wat de WRR wil. Maar komen we zo van de confetti af? Over organisatie en structuur is het rapport kort. De constatering dat de versplintering van de ontwikkelingssamenwerking in Nederland minder erg is dan in andere landen zegt niets, behalve dat het nog erger kan. Wel terecht is de conclusie van de WRR dat een goede organisatie van de sector nodig is en dat de regering dus voor een uitdagende opdracht staat. De suggestie tot aanpassing van de ambtelijke ondersteuning van het kabinet is terecht, de voorgestane oplossing niet. Dat geldt ook voor het oprichten van een intermediaire organisatie NL-AID.

Kabinetsstandpunt

Rapporten van de WRR behoren te leiden tot kabinetsstandpunten. Zo ook dit rapport. “We” zitten te wachten op een richtinggevend standpunt, niet op voortzetting van het debat. Uit de veelheid van opvattingen zal het kabinet een koers moeten destilleren. Het kabinetstandpunt moet richting geven aan de koers, die het Koninkrijk der Nederlanden in de internationale samenwerking gaat varen tot 2015 en daarna. We zijn gediend met een kabinetsstandpunt, dat tevens een plan van actie inhoudt. Ontwikkelingssamenwerking en religie hebben voor Nederlanders gemeen, dat elke 2 landgenoten er samen tenminste 3 verschillende meningen over koesteren. Daarmee is de continuïteit in het debat wel voldoende gewaarborgd. Los daarvan staat het kabinet nu voor de uitdaging ons te helpen aan een standpunt waarmee de ontwikkelingssamenwerking uit de gesignaleerde spagaat komt: ook als we dat niet altijd even leuk vinden!