News

Bas Ruyssenaers: Van een mislukt project kan Koenders ook leren

Development Policy04 Feb 2010Bas Ruyssenaars

Dat er bij ontwikkelingssamenwerking veel mis gaat hoeft niet erg te zijn. Ook fiasco’s zijn nuttig.

Het laatste WRR-rapport over ontwikkelingssamenwerking is ontluisterend. Het staat bol van mislukkingen en weggegooid geld, en laat pijnlijk zien hoe hulp zich de afgelopen decennia liet kapen door dogma’s, goede bedoelingen en ideologie, en chronisch leed onder een tekort aan pragmatisme en een vermogen om te leren van de eigen fouten.

VVD en PVV willen de hulp flink korten, omdat zij meestal niet helpt. Lijnrecht daartegenover staan de pleitbezorgers van ontwikkelingshulp die met het morele argument (helpen is een morele plicht) amper open stonden voor discussie.

De waarheid is dat er veel mis gaat met ontwikkelingshulp, zoals de WRR laat zien, maar dat er ook successen zijn. Maar in een klimaat waarin het ene kamp weigert over successen te praten, terwijl het andere de mislukkingen taboe verklaart, wordt niet geleerd.

Voor het doorbreken van de impasse is het vergroten van het lerend vermogen in de hulpsector dan ook een eerste vereiste. En leren begint met het erkennen van fouten en mislukkingen. Niet alleen ‘intern’ maar ook in een open dialoog met de samenleving. Openheid over de hulp die tekort schiet is de enige manier waarop er meer begrip kan groeien voor de complexiteit van het ontwikkelingswerk in een snel veranderende wereld.

Gelukkig komen er mondjesmaat voorbeelden van professionals in de ontwikkelingssector die met mislukkingen naar buiten treden en laten zien hoe ze proberen daarvan te leren.

Zo besloot hulporganisatie Spark lokale ondernemers in Bosnië kredieten van 10.000 euro in het vooruitzicht te stellen. Maar de ondernemers bleken het geld te gebruiken om schulden af te lossen en niet om nieuwe ondernemingen te stichten. Spark besloot toen te gaan assisteren bij schuldsanering.

Er zijn legio voorbeelden van mislukkingen. Ze zijn ook te vinden op de website van het Instituut voor Briljante Mislukkingen (IvBM).

De organisatie Plan had een prachtig contract tussen Sara Lee/Douwe Egberts en een groep koffieboeren in Nicaragua. Totdat bleek dat de grond van deze boeren ongeschikt was voor dit gewas en Sara Lee/Douwe Egberts zich terugtrok.

Het Instituutvoor Briljante Mislukkingen wil een positieve houding ten opzichte van mislukkingen bevorderen. De term ’briljant’ slaat in dit verband op een oprechte poging om mislukkingen te nemen voor wat ze zijn, te accepteren, en er vervolgens van te leren. Het eindresultaat van een briljante mislukking mag dan niet zijn wat oorspronkelijk was bedacht, maar het levert wel iets op. Dit in tegenstelling tot een weggemoffelde, snel vergeten mislukking, die als kostenpost door de achterdeur wordt afgevoerd en louter verspilling is.

Tijdens het symposium ‘Goed bedoeld, briljant mislukt’ (oktober 2009) gaf Maarten Brouwer, de ambassadeur voor ontwikkelingssamenwerking van het ministerie van buitenlandse zaken als hoge ambtenaar het goede voorbeeld door op het podium een mislukt bilateraal onderwijsproject op het Afrikaanse continent uit de doeken te doen.

In het licht van het WRR advies aan de overheid verdient dit voorbeeldgedrag vanuit Buitenlandse Zaken navolging. Bij deze dan ook een oproep aan dit ministerie om het eigen beleid ten aanzien van Ontwikkelingssamenwerking eens nader vanuit het perspectief van de briljante mislukking te bekijken op een breder platform: laat eens tien mislukkingen zien, en hoe je ervan leert, welke lessen je trekt. Op die manier neem je burgers en belastingbetalers serieus en leg je verantwoording af over miljardenuitgaven. Een overheid die laat zien te kunnen leren van z’n fouten, kan zich mislukkingen permitteren. Een overheid die fouten wegmoffelt, holt uiteindelijk z’n bestaansrecht uit.

Deze bijdrage verscheen ook in Trouw, 22 januari 2010